Erfgoed in opkomst

Alles van waarde is weerloos

‘Alles van waarde is weerloos’ schreef Lucebert in 1974. Zodra een gebouw is opgeleverd gaat het een rol spelen in de geschiedenis: het wordt gebruikt, aangepast en vaak ook weer gesloopt. Dit geldt in het bijzonder voor het interieur.

Pas de laatste decennia is er een groter bewustzijn van de cultuurhistorische waarden van historische interieurs. Steeds vaker wordt onderzoek gedaan, worden waardenstellingen opgesteld en worden historische interieuronderdelen behouden en gerestaureerd. Er is duidelijk sprake van: erfgoed in opkomst.

Herbestemming van monumenten is vaak de enige manier om een gebouw een nieuw en duurzaam leven te geven. Onderzoek en waardebepaling kunnen de marges aangeven waarbinnen de nieuwe functie op een verantwoorde wijze kan worden ingebracht.


Naoorlogs erfgoed

Na de top-100 van monumenten uit de periode 1940-1958 is nu ook een lijst van 89 rijksmonumenten uit de jaren 1959-1965 opgesteld. De Wederopbouwperiode is een karakteristieke periode uit de interieurgeschiedenis waarbij volop werd geëxperimenteerd met nieuwe bouwmaterialen zoals vinyl, eterniet en andere materialen die we nu niet meer zouden gebruiken, maar die wel een cultuurhistorische waarde kunnen hebben.

(eternietvloer in fabrieksgebouw van Eterniet in België gepubliceerd in: column Barbara Laan: First Floor no. 3 (2008), een uitgave van Forbo Flooring)